woensdag 29 juni 2011

De bergen in

Beste Mee-loper,

Gisteravond zat het er niet in. Nu wel, want dit oeroude dorpje heeft een café met WiFi omgeving. Dus weg met de tekst van de voorbije 4 dagen. Dank voor de ondersteuning. Het gaat me erg goed: moe 's avonds en niet te houden 's morgens... Zo moet het.


23/6: Naar Calzadilla de Tera 
Ze had de sleutel van de Visigotische kerk nog in haar hand maar de deur was op slot. Deze pelgrim was te laat om te zien wat er binnen was. Toch maakte zij de deur nog voor hem, open, vijf minuten maar...... In die vijf minuten zag ik fragmenten van prachtige manuscripten van ene Beato de Tábara uit het eerste deel van de tiende eeuw! De moeite waard, beste Mee-loper om dit even te googelen! En mocht je ooit in de buurt van Tábara komen, zeker even binnen wippen. Ook de Tempeliers moeten hier grootse dingen gedaan hebben....

Wel een kortere weg zoeken van uit ons pelgrimsonderkomen of toch terug door het dorp en een grote boog maken.... Ik heb genoeg ervaring om die boog maar te maken en het zekere voor het onzekere te nemen. Merisa wil het kortere stuk proberen.... en we lopen gezamelijk de langere route om op de Camino te komen. Daar aangekomen volgt ieder zijn eigen tempo wat inhoudt dat Jan de pelgrim een stuk voor ligt op de dame uit Madrid die vanwege een blauwe grote teen de wandelschoenen in de rugzak heeft en nu op wankele sandalen verder gaat.... Zij liever dan ik. Heuveltje op, heuveltje af, de richting is pal Oost, gek genoeg! Wel mooi door deze bijna ongeschonden natuur met de inmiddels bekende eiken en lage struiken. Heiachtig. Je zou in zo'n soort omgeving ‘ s morgens vroeg wel wat wild verwachten, een hert of een varken. Er is niets. Alles leeggeschoten.... Iets van Galicië is al te zien, namelijk het grove mos op de cistus en de lagere takken van de eiken.... Nog niet gezien. Na 15 km wacht ik Merisa op in een dorp en we nemen een grote pauze met veel praten om elkaar wat beter te leren kennen. Zoals de Camino ervaring is, dat elkaar leren kennen gaat verrassend snel. Dan stappen we weer op en hervatten het vorige tempo. Een heuvel met veel stenen af en de pelgrim staat in een pracht van een bevloeide vallei met rijke landbouw. Dat water wordt ingenieus geleid vanuit de rivier Tera, en nu zie je weer wat water kan doen: tien minuten geleden zo droog als gort, en nu.... Nog twee dorpen door en we staan in San Martha waar we de twee andere Spanjaarden die gister in Tabara waren, ontmoeten. Zij zijn al op hun plaats van bestemming, wij willen nog een 12 km verder naar Calzadilla de Tera, want het is vandaag niet zo warm, zegt Marisa. Zij moet eerst nog even haar sandaal repareren met een sluitspeld (!) want het hielstuk is gebroken...... deze pelgrim loopt door. Prachtig. Links het ruisen van het water van de Tera rivier, rechts het ruisen van de bladeren van plantages populieren. Een van die populieren mag voor een tijdje de rug van deze pelgrim voelen als ik lunch vlak bij een soort camping die La Barca heet (mocht je nog een camping zoeken voor deze zomer, beste Mee-loper). Het laatste uur is toch wel wat warm en ik zit al een hele tijd te wachten bij de Albergue in dit heel stille dorp als Merisa ook aan komt sloffen. Een nieuw huis, onder ruimte voor de bejaarden, boven een 8tal bedden voor de pelgrims, plus douche en WC. Perfect. De bakker vlak bij, de winkel om inkopen te doen voor het avondmaal niet ver weg. Een ouder Frans paar uit de buurt van Nantes ligt te slapen als we binnen stappen.... 's Avonds delen we een fles wijn met hen in de geest van de Camino, na een salade door Merisa in elkaar getimmerd, van artechoke, tomaat en tuna........ Pelgrimsleven? Er is geen beter!


24/6: Naar Mombuey 
Het Franse paar rommelt al om 05.00 uur en is een uur later de deur uit. Zij zijn bang voor de chaleur in de namiddag.... Wij slapen uit tot 6.30 uur en zijn een half uur later op pad. We kiezen de langere van de twee mogelijkheden, uit nood, want die teen van mijn compagnon...en die speld in haar sandaal...! Mooi stukje natuur tot (weer) een stuwmeer, of eigenlijk drie grote stuwmeren aan elkaar geknoopt in zover water knopen toelaat. We lopen over de dam, horen rechts de elektriciteit brommen en hebben een praatje met het Franse paar dat aan de ander kant amandelen zit te eten. Dan aan de overkant naar onder en voor enige tijd langs het water. Ja, inderdaad, zoals 'n Mee-loper schreef, gek, zoveel water in Spanje en zoveel droogte. Ik denk dat zij de pech hebben om niet in vlak Holland te leven.... We zijn al enkele uren op pad als we aanleggen in Rionegro del Puente voor een uitvoerige koffie achter de kerk....Als deze pelgrim alleen loopt besteedt hij aan zo'n koffie niet meer dan 10 minuten, maar daar kom hij met Marisa niet mee klaar. We zitten er lang en kleppen veel. Heel plezierig en best wel de diepte in. Een interessante vrouw is zij. Dan weer de riem van de rugzak aansnoeren en op pad. We treffen Juan en Hosé op het eind van het dorp en volgen een mooi pad door de droge hei met veel geurige cistus. De zon brand, maar (zelfs met een bult op mijn hoofd) dat doet me kennelijk minder dan de anderen. De twee mannen volgen me, de dame met sluitspeld in haar schoen gaat langzamer. Later, vóór Mumbuey, wacht ik haar op en samen lopen we het dorp binnen op zoek naar de Albergue, die later volloopt met nog meer pelgrims. Merisa verzorgt een blaar (onder die zere grote teen !) en we gaan met Juan en Hosé een biertje drinken op de gezondheid van de twee Jannen op dit feest van San Juan..... Een Gregoriaans concert is gepland voor vanavond in de kerk.... Ik vrees dat ik daar niet aan toe kom. Wel wat fans voor die prachtige muziek gewonnen. De www.karolus-magnmus.nl site zal druk bezocht worden en de eerste CD's van Pro Sinceritate (als die zo heet) zijn al verkocht........

Beste Mee-loper, tot mijn spijt moet ik zeggen dat de 1000 km erop zitten en dat Santiago aan de horizon gloort.

En toch kwam het concert er, niet vóór de mis maar erna. De pastoor heeft eerst een vergadering in de kerk met een stel vrouwen om wat diensten te organiseren. Toen vroeg Marisa heel beleefd of een pelgrim wat mocht zingen, twee minuten maar. Dat had deze pelgrim niet gehoord en hij vroeg om vijf minuten......”De een vraagt 2 minuten, de ander vijf, wat willen jullie...?” Een wat knorrige man maar hij had dan ook 13 parochies te bedienen....... Enfin deze pelgrim begint te zingen in aanwezigheid van de pastoor zelf, 'n 6tal pelgrims en een stel vrouwen uit het dorp. Het worden 10 minuten (had de Gennip-map bij me!) en weer een stel fans voor het gregoriaans erbij! De pastoor is zelfs verrukt en laat ons alle kostbaarheden van deze door de tempeliers gebouwde kerk zien. Als daar zijn 'n fantastisch Romaans houten Mariabeeld en een zeer groot 13de eeuws kruisbeeld dat mijn bewondering afdwingt. Ook mogen we zoveel foto's maken als we willen, terwijl op de ingangdeur staat dat fotograferen verboden is..... Zie wat mooie muziek teweeg kan brengen, beste Mee-loper?


25/6: Naar Puebla de Sanabria 
Volgens “goede” pelgrim gewoonte begint men vóór vijven al te rommelen, met zaklampen te schijnen en rugzakken in te pakken..... Waarom? De hitte van de dag vóór zijn, denk ik. Men is weg en Marisa en ik slapen nog een uurtje. Dan een kort ontbijtje op een bankje bij de kerk die een heel bijzondere toren heeft: Helemaal met steen perfect symetrisch opgebouwd tot het bovenste puntje, en toch een slanke indruk geven. Men kon vroeger wat, zeg! Dan zetten ook wij ons langzaam in beweging. Het is haar laatste dag op de Camino en ze heeft een afspraak gemaakt met een vriendin om haar halverwege deze etappe op te pikken. Soms lopen we samen, andere keren loop ik een eind vooruit. Mooie natuur weer en toch ook hier bloemen die deze pelgrim van te voren niet zag! Fotootje daarom. Wat kleinere dorpjes vlak achter elkaar die al een Galisisch tintje hebben, vooral vanwege de omheiningen van de stukjes land. Vóór vandaag waren dat muurtjes van op elkaar gestapelde stenen, nu zijn het vaak grote stukken leisteen die naast elkaar in de grond gezet zijn. Heel apart. Er staan hier en daar ook kersen waarmee we ons wat mager ontbijt kunnen aanvullen.... Een opmerkelijke kersenboom heeft een geënte tak en de twee delen van de boom dragen veschillende soorten kersen, waarvan één deel totaal wit/geel is, en heeeel lekker smaakt! De tweede sandaal van Marisa begeeft het en er moet weer met een sluitspeld gewerkt worden... En ook die houdt het tot Asturianos, de plaats waar zij afscheid neemt van de Camino voor dit jaar. We eten wat, we drinken wat, en de zon is al een tijdje over z'n hoogtepunt als we afscheid nemen. Ook dit afscheid doet even pijn, beste Mee-loper, maar zo gaat dat op de Camino. Het contact zal wel even blijven, denk ik.

Ik loop het dorp uit over een met bloemen en groen bestrooide weg.... Bij navraag is het vandaag “Corpus”. Een klein meisje strooit rozenblaadjes voor mij.... Ontroerend! Het zal vanwege die ontroering zijn dat deze pelgrim grof de fout ingaat. En een weg de berg begaat waar ie helemaal niet moet zijn... Het is zwaar klimmen en ik zie geen sporen van anderen of van fietsers... Boven op die berg zie ik onder een dorp. Arme knietjes. Daar maar naar toe. De naam van dat dorp staat niet op mijn kaartje! Wel staat er op een aangeefbord de naam van een dorp waar ik door moet komen en ik ga over de asfaltweg rond diezelfde berg helemaal terug.... naar bijna “af”. Heb ergens in een cafeetje een cola en besluit de laatste 10 km de Camino te laten voor wat ie is en op de harde schouder van de 525 te lopen tot Puebla de Sanabria. De hitte stuitert van de weg terug in mijn gezicht. Het is 17.30 uur als deze pelgrim zwaar bezweet maar niet oververmoeid aankomt in de albergue voor pelgrims wat een mooi onderkomen is voor de nacht. Met hem zijn er nog vier Spanjaarden waaronder Eva en Oscar, een jong koppel uit Madrid die ook Engels spreken. En dat is meegenomen! José en Juan gaan inkopen doen en we eten samen een rijke salade, terwijl we uitkijken op de kerk en het kasteel van deze stad die al in de 7de eeuw bestond!

26/6: Naar Lubián 
Om het ergste van de hitte vóór te zijn, rommel ik mee rond 5 uur! Iets eten van de overblijfselen van gisteravond en we zijn op weg als de pijlen net zichtbaar worden. Mooi weggetje langs het water de eerste paar uur. De aanloop kunnen we zeggen, want vandaag moet er voor het eerst erg fors geklommen worden: we gaan de eerste pas over. Het is al een tijd klimmen en dalen geweest, maar nu begint het serieuze werk. We verzamelen 3 uur later in Requejo de Sanabria voor een koffie en voor het vullen van de flessen. Er zijn twee mogelijkheden: de pelgrim kan een stukje pad nemen en als het steiler gaat zijn toevlucht nemen tot de asfalt weg, of hij kan over een pad waar al eeuwen pelgrims gelopen hebben. Natuurlijk gaat deze pelgrim voor de laatste optie; laat die motor maar branden....... En dat deed ‘ie! Het is een wonderschoon pad zoals het omhoog slingert, maar o zo moeilijk te belopen. Hoewel het al dagen droog is, vind je overal water....en dat vindt het ook wel zo makkelijk om langs een pad omlaag te lopen! Dus veel water op het pad. We gaan een berg op en daarom zijn er ook veel brokken steen op het pad, en de pelgrim moet proberen een vlak plaatsje te vinden voor de ene schoen en dan voor de andere.... Gelukkig heeft deze pelgrim schoenen met flinke neuzen die tegen een stootje kunnen. Wat het mooi maakt zijn de bomen die zorgen voor veel schaduw. Het zijn 7 kilometers flink omhoog en met een paar korte rustpauzes om het zweten wat tot stilstand te brengen doen we er de geplande 2 en een half uur over en we zitten dan op 1329 meter. Deze pelgrim heeft zijn twee flessen leeg en de pijp behoorlijk uit! Die pijp wordt weer gedeeltelijk en de flessen helemaal gevuld in Padornela, wat weer onze verzamelplaats is. Eva en Oscar zijn wat later vanwege een opkomende tendenitis bij Eva... Ai, ai! Omlaag is niet veel makkelijker en zeker zo mooi. Steen oude dorpjes. Aceberos is er zo eentje. Deze pelgrim liet zich vertellen dat er 's winters 12 (!) mensen wonen. In Juli en Augustus komt men terug naar moeder (grootmoeder) voor een bezoekje. Het werkeloosheid cijfer ligt hier schrikbarend hoog en de jongeren vluchten weg naar Madrid op zoek naar werk dat daar ook nauwelijks is. Dit is een thema waar Marisa het graag over had, ook al omdat haar beide kinderen geen werk kunnen vinden. We lopen tussen stenen muurtjes bedolven onder het mos, we zien heel oude en gespleten eiken, we zien vingerhoedskruit zo hoog als een mens, en de oren horen altijd maar weer water dat ook naar huis wil...... Ik denk dat deze pelgrim er eerder was... Het laatste stukje venijnig omhoog en het eerste huis in Lubián is de albergue voor de pelgrims. Daar strijken we neer voor de nacht om lichaam en geest voor te bereiden voor de dag van morgen.

Het is vanuit dit plaatsje dat ik je schrijf, beste Mee-loper.

Ik wens je een genoeglijke vakantie als je daar aan toe bent,

en vruchtbaar werk als die vakantie nog even moet wachten.

Gezondheid en vrede,

zegt Jan de pelgrim

maandag 20 juni 2011

Een bloem voor u

Beste Mee-loper,

al weer Zondag! Waar blijft de tijd! De tijdruimtelijkheid lijkt een andere dimensie te krijgen als men loopt.....De laatste keer dat ik schreef beloofde ik over drie dagen weer te schrijven; het zijn er twee geworden. Je zult lezen waarom.

Zamora is het einde van het tweede deel van deze pelgrimage. Ook moeten we het middendeel van dat busje voor FSA in Ethiopië bij elkaar hebben.... Morgen begint het derde deel van mijn reis voor het voorste deel van de bus....de motor. Ook dat doen we samen, niet?

18/6: naar El Cubo de la Tierra del Vino
Vanaf die hele fraaie en stijlvolle Plaza Mayor zou een blinde onze weg kunnen vinden: recht toe, recht aan richting Noord naar de N630, de weg waar deze pelgrim al een lange tijd naast en op gelopen heeft. Wat die blinde ook geroken zou hebben zijn de lindebomen, nog in de stad, één laantje maar: volop in bloei. De bijtjes zoemen nog niet, niet omdat het zo vroeg is (8 uur) maar omdat het nog te koud is: 13 graden. Gisteravond was het al bewolkt en erg fris, te fris om zomaar in je hemd in de wind op de Plaza Mayor te zitten. Wat mij betreft prima zo!

Alleen loop ik vanmorgen weg, geen idee of er iemand vóór of achter me loopt. Later blijkt dat er achter me een treintje loopt: 2 Amerikanen, een Duitse en een Italiaan, die ik al eerder vermeld heb. Ik laat ze passeren omdat zij nog ver moeten, en deze pelgrim het plan heeft om een korte etappe van zo'n 16 km te maken. Plannen zijn er om aangepast te worden, beste Mee-loper, want om elf uur zitten we aan de koffie in Calzada de Valdunciel, waar ik de nacht door wil brengen.... té vroeg, want dit plaatsje is op het ene café na nog volkomen in rust, en het ziet er naar uit dat dat voor de rest van de dag zo zal blijven.... Deze pelgrim besluit om er nog 20 km aan vast te plakken en met de anderen mee te lopen. Zo gedacht, zo gedaan. En weg zijn we. Ik onderhoud me een beetje met Veronika die in Berlijn verpakkingstechniek (!) studeert. En als zij een pauze maakt met de rest loop ik door. Breed heuvellandschap met veel koren en zonnebloemen. Enkele veldjes koolzaad. Geen koe te zien. Lange heuvels, schitterende vergezichten. Een vrouw met een bosje veldbloemen komt me tegemoet. Deze pelgrim wil haar de ruimte geven maar de vrouw loopt recht naar hem toe, neemt een bloem (ben de naam vergeten) van het bosje en geeft het hem...... Het verhaal erbij heeft te maken met de vrouw van haar broer....... Maar, beste Mee-loper, mijn Spaans is zo rudimentair dat ik het spoor snel bijster ben en alleen nog met “si, si” kan antwoorden. Ik dacht dat het met ziekte te maken heeft en of deze pelgrim in Santiago voor haar wil bidden. Omdat dit verder geen negatief effect sorteert, en ook al verstond ik de vrouw verkeert, bidden is nooit weg, toch? We gaan samen (“si, por favor”) op de foto, zodat ik de boodschap niet vergeet, en de rest van de weg heb ik de bloem in het tasje voor op mijn borst. Vers is de bloem niet meer na 20 km lopen in de zon die intussen de wolkjes verdreven heeft.

Een New Holland combine maait graan aan de ene kant van het pad, een sproei installatie houdt de zonnebloemen nat aan de andere kant. Die installaties zijn apart: de constructie lijkt een beetje op de bogen van de Graafse brug. Het zit aan één kant vast (op de waterput) en draait zo om z'n as rond...(in tegenstelling tot de brug!) Hoe? Ik kwam er langs juist toen er een stoot water uit het uiteinde kwam... heerlijk nat!
De laatste 15 km loopt links van de N360. De pelgrim zou rechts langs een spoorlijn moeten lopen volgens het boekje! Maar de Provincie Zamora heeft ivm het feest van vorig jaar de Camino wegen drastisch aangepakt. En ook vast gelegd want overal staan granieten paaltjes met de bekende gele pijl erop. En die volg ik wat het boekje ook zegt. Moet wel bekennen dat deze oplossing behoorlijk saai is. In het bovengenoemde dorp aangekomen wordt me de weg naar de herberg gewezen. De deur is op slot en er staat een telefoonnummer op de deur..... Ik probeer de deur nog een keer met een tikkeltje kracht....en ze springt open... Deze pelgrim installeert zich op één van de stapelbedden en neemt een douche. Dan komen de anderen en ik ga op zoek naar een WiFi omgeving die ik vind in één van de twee cafés in het dorp. Zet me neer...en dan komt er een meneer die op een kaartje wijst dat ‘ie opgespeld heeft, hij is boos en zegt dat ik naar de herberg moet komen. Daar wacht ie me op en wil weten hoe ik naar binnen kwam.... Ik zou de deur ingetrapt hebben..... Enfin, beste Mee-loper, je kunt je die conversatie indenken, hij in rap Spaans en ik stotteren..... De herberg is klein (8 stapelbedden), maar heeft een uitstekende was- en toiletgelegenheid, en een keuken. Goed georganiseerd door de Jacobus vereniging van de provincie Zamora want daar zijn we intussen vanuit de provincie Salamanca. Later kwamen er nog drie Spanjaarden op de fiets, die zich in “mijn” verblijf nestelen, en de herberg zit half vol.

Om 8 's avonds is de plaatselijke kruidenier nog open en deze pelgrim slaat in voor morgen (Zondag): een plat stokbrood, 'n paar cupjes yoghurt, wat fruit....en, hij laat zich een paar ons van die heerlijke ham snijden.....De Italiaan doet de inkopen voor de groep en we eten samen een heerlijke vispasta met een flesje wijn erbij.

19/6: naar Zamora
De anderen van de groep hadden een slechte nacht. Ik sliep als een roos, ook al omdat er (toevallig) geen van m'n drie kamergenoten snurkte..... De boze hostelario van gister is er om 6 uur om koffie voor ons te maken. Hij is vrolijk, is de “ingetrapte” deur vergeten, zingt en fluit! Met de cafe con leche zijn er twee zoetigheidjes en dat is het ontbijt.... Deze pelgrim snijdt z'n stokbrood en belegt het met ham. Inpakken voor onderweg. De anderen lopen voorop en ik volg wat langzaam, de ene hand in de broekzak en dan de andere....het is zowaar bitter koud! Onvoorstelbaar. De vroegste stralen van de zon zijn het fijnst, het licht schijnt dan heel apart op de velden, de bloemen. Daar geniet deze pelgrim van. Een fotootje hier en daar. Langzaam inlopen over de wat keiïge weg. Veel sproei installaties in actie weer. Er moet dus veel water in de grond zitten. Nog geen wijngaarden te zien. Gek eigenlijk want dit gebied wordt Tierra del Vino genoemd omdat er veel druiventeelt zou zijn, terwijl Noord van Zamora het Tierra del Pan (broodland) ligt. Dit verandert na Villanueva de Campeán (waar ik tevergeefs naar een café zoek). Vrij regelmatig wijngaarden, maar beste Mee-loper, als je een flesje wil kopen van de oogst van 2011.... niet doen, die zal niet bestaan..... Alles is afgekapt tot op de stam en de uitlopers van dit jaar moeten het zonder trosjes druiven doen! Tegenvaller. Aan de andere kant van het dorp zet deze pelgrim zich in de schaduw van een muur om in zijn brood te happen. Man te paard galoppeert voorbij, vrouw laat haar hond uit. Dat is alles wat ik zie. Wil net weg lopen als de anderen aankomen; zij hadden wél een café gevonden..... We wisselen wat woorden en deze pelgrim gaat verder, want ook deze Zondag ziet ons meer dan 30 km lopen. Ik heb de rest niet meer gezien..... Prachtige zandweggetjes, slingerend door de velden. Eén zo'n weggetje wordt door deze pelgrim “kamillepad” gedoopt. Het staand er vol en het ruikt heerlijk. Het is ons soort kamille. Nu heb ik me door een kenner laten wijsmaken dat het andere soort, zonder blaadjes, en alleen een gele kop, de Iberische kamille is. Daar staat het er ook vol van. Dit voor de botanici onder de Mee-lopers.

Zamora komt in zicht maar het is nog een rot eind lopen tot de brug over de prachtige Rio Duero. De zon bijt en de wind heeft ook Zondag. Dan is het snel gepiept tot de Plaza Mayor, dat geen schijntje is van dat in Salamanca. Maar wat Zamora (behalve de kathedraal) beroemd heeft gemaakt zijn de jaarlijkse optochten in de Goede Week. Er is zelfs een museum van....helaas is het Zondag!

Zo, dat waren mijn laatste twee dagen. Zonovergoten mag ik wel zeggen.Het gaat heel goed en ben al aardig ingelopen......

Op naar het derde deel.
Gezondheid en vrede,
zegt Jan de pelgrim

dinsdag 14 juni 2011

Feesten!

Beste Mee-loper,

deze pelgrim realiseert zich nu dat ie al over de helft is van deze Camino! Ongelooflijk hoe snel dit allemaal gaat. Hij heeft er trouwens een maand lopen op zitten. Eén blaar en voor de rest perfect!

Blijf meelopen want Salamanca ligt om de hoek en dan is Zamora ook niet ver weg. 

Dat betekent dat het midden stuk van de bus voor FSA in Ethiopië een feit is, toch? 

Volg mijn verhaal van de laatste dagen:

12/6: Naar Cáparra
De vergadering gisteravond vóór het avondeten duurde lang, beste Mee-loper. Het thema was de weg die we vandaag zouden lopen. Het boekje zegt dat het een afstand is van 40km... en dat willen we niet lopen op Pinksteren. Het moet feestelijk blijven, niet? Toen we daar druk mee doende waren werden we gade geslagen door Signora Elena, de dame waar we met z'n allen sliepen omdat er in Caraboso geen normaal pelgrimsonderdak is. Elena komt met een A4 velletje, neemt een stoel en nestelt zich tussen ons in. Ze begInt onderaan te tekenen en werkt zich langzaam met druk praten naar de bovenkant van het velletje. Als blijkt dat dat niet genoeg is gaat ze door met tekenen op de tafel..... Heel koddig!

De tafel is moeilijk mee te nemen, maar met het druk beschreven A4-tje op zak zetten we ons vanmorgen vroeg in beweging, na een paar geroosterde en dikke sneeën wit brood...en een ei, klaar gemaakt door deze krasse dame van 80, Elena. En jawel, met z'n allen gaan we bij de uitgang van het dorp al de fout in! Gelukkig kon Elena ons toen al niet meer zien. Een boer knoopt z'n ezel aan een boom om ons (op verzoek) duidelijk te maken dat we helemaal terug moeten naar het dorp..... En zo is het eerste uur lopen voorbij.... We vinden de goede weg en het blijkt verder dat we het papier van Elena eigenlijk niet meer nodig hebben. Prachtig gebied weer nadat we uit dat vruchtbare en waterrijke dal geklommen zijn. Ver weg van alles en iedereen, over de oude Calzada Romana, waar verder weinig of niets van over is behalve dan hier en daar van die enorme grensstenen. Het is nu een pad dat zich tussen de heuvelruggen beweegt met nauwelijks hoogteverschil. Stenen, rotsen. Hoe komen die daar toch? Hekken die open en dicht moeten. Op een wat breder stuk zandweg stoppen we voor een groot hart, gemaakt van rode steentjes, met daar boven in het zand geschreven: Happy birthday, Hiro. Het is vandaag de verjaardag van onze Japanse vriend, en de Catalanen Nuria en Cesc hebben dit leuke cadeautje bedacht. Hiro maakt er 20 foto's van en is verrast. Wat hij niet weet is dat die twee ook een cake bij zich hebben en kaarsjes voor vanavond! Dit is typisch het Camino gevoel van bij elkaar zijn, ongeacht de nationaliteit! We lopen verder voor een paar uur langs de stenen, eeuwenoude muur; de steeneik is weer terug, het lange gras droog als gort. Om die lange afstand van 40 km niet te hoeven lopen hebben we gisteravond een hostal gebeld dat een beetje van de Camino af ligt. Die zullen ons komen ophalen bij de boog van Cáparra. Bij de boog bellen we nog een keer en wachten verder op de auto. Cáparra is een Romeinse nederzetting waar nog een gave ereboog staat met 4 zuilen: een pracht van een constructie, niet gemaakt voor een dappere generaal, maar een generaal heeft die neer laten zetten om zijn ouders te eren! Weer 'ns wat anders! De auto komt tenslotte, alle rugzakken en 9 mensen erin (!) en naar het hostal. Het is warm op deze eerste Pinksterdag, zoals 'n Pinksterdag hoort te zijn.

13/6: Naar Bagnos de Montemayor
Na de gewone plichtplegingen zoals de was doen en rusten, kwamen we gisteravond samen om te eten en daarna kwam er een heuse cake met kaarsjes erop..... Hiro wist niet wat ‘ie zag! We dronken een fleswijn en nog een paar glaasjes eikellikeur (Bellota) en waren toen wel rijp voor een diepe slaap. Het was al laat...

Toch zijn we op tijd op. Het hostal heeft iets te eten en we draven weg. De eerste 5 km is een alternatieve route omdat we anders te ver terug moeten.... Een beetje 'foetelen' mag wel, niet, beste Mee-loper? De aansluiting met de echte Camino verloopt vlekkeloos en we lopen hetzelfde soort pad als gister alleen is het hier wat drassig en moeten we veel riviertjes over wat hier en daar een natte voet oplevert. Lijkt wel of iemand de kraan heeft laten open staan! Het water komt van de bergen want we lopen omhoog om over de bergen een andere regio (Castilla en Leon) en een andere provincie (Salamanca) binnen te gaan. De laatste dag dat we in de regio Extramadura lopen. Het is aardig lopen tot Villanueva. Daar kopen we een paar dingetjes in een winkel, zoals nootjes en dadels om vervolgens uitvoerig te gaan zitten voor een kop koffie. De rest van de kms (10) lopen we praktisch de hele tijd langs een grote weg. Dit omdat het dringen wordt met wegen die het gebergte over willen, is er geen plaats meer voor een echte Camino, en zodoende. In Bagnos de Montemayor zitten onze Catalaanse vrienden Cesc en Nuria al op ons te wachten. We proberen een paar hostals maar die zijn te duur in dit bekende badplaatsje. De Romeinen hadden hier al helende baden, want het water is erg gezond; het helpt tegen bronchitis en tegen reuma.....Niet geprobeerd!

14/6: Naar Valverde de Valdelacasa 
Na 'n goede rust gister late namiddag komen we weer samen ergens in het midden van het stadje om afscheid te nemen van Cesc en Nuria, waar we een dikke week mee samen liepen. Eigenlijk niet. Zij liepen alleen, maar we troffen (op afspraak) elkaar elke avond en aten samen. Pracht jonge lui, geweldig stel, vol vuur en toewijding. Het was niet zo moeilijk vrienden te worden en hebben samen veel besproken, niet zozeer privé maar in de groep. Helmut, de Lutherse dominee in ruste kwam vaak met een thema waar tijdens het lopen over gedacht werd om het 's avonds te bespreken in de groep. Ondanks hier en daar een taalbeperking, ging ons dat goed af. Nu is hun Camino voorbij want Cesc moet woensdag aan het werk. Weer een extra fles wijn en ook hadden we een halve fles Bellota, nog over van gisteravond.... Als je maar spaarzaam bent, beste Mee-loper! We vieren lang....te lang, en het afscheid is hartelijk en emotioneel...té emotioneel. Dat contact zal wel klijven, denkt deze pelgrim.

We gaan voortvarend van start, omhoog over de Romeinse weg, die bij het uitgaan van de stad nog helemaal in tact is. De pas in, de pas over en weer een dal in met ruimte voor de camino die de oude weg blijft volgen. Weer een heel aparte omgeving. Veeteelt van enige importantie, met (melk)koeien van een onbestemde kleur, heel vaal. De weiden zijn hier ook overzichtelijk, niet zo weids als te voren. Alles afgezet met granieten 'palen', waar de prikkeldraad omheen gespannen is. Af en toe een kurkeik. Een pracht aan bloemen, vooral het eerste deel, waar deze pelgrim naar hartelust kan fotograferen... Maar het blijkt al snel dat Hiro, de Japanner, het vandaag niet heeft..... Té veel feesten? Hij gaat naar rechts scheef hangen en bezwijkt bijna onder het gewicht van z'n 13 kg wegende rugzak (zelf is ie 52 kg!!). Als we in Calzada de Béjar aankomen, geeft ie te kennen dat ie hier de nacht gaat door brengen. “Ik ben op”, zegt ie, en dat is ie. Gelukkig is het café waar we neerstrijken pas open om 11. Als het 11 is gaat het pas open om 11.30, en als die tijd nadert wordt er aangekondigd dat het koffie apparaat kapot is..........Maar het zou om 12 weer gemaakt zijn. En dat is het. We drinken koffie en Hiro heeft een lange rust (wij trouwens ook). We sporen hem aan nog een uurtje te proberen, en Ralph en Hiro wisselen van rugzak. Het lijkt zo beter te gaan. Lichte glooiingen in de brede zandweg nu, in een onbarmhartige zon. Zwetende Camino fietsers uit Portugal passeren ons en we wensen elkaar Buen Camino. Er zijn vrij veel fietsers op deze Camino, prachtig uitgedost met prachtige fietsen....Maar is dit nu het echte pelgrimeren? Misschien toch ook.

In Valverde de Valdelacasa gaat Hiro weer scheef hangen en we besluiten onderdak te gaan zoeken. Ene Sisi heeft een sleutel voor een huisje waar bedden staan en waar water is; geen twijfel mogelijk: dat is ons onderkomen voor de nacht. Het dorpshuis (er is geen winkel!) heeft wat te eten en wij zijn dik en dik tevreden. Hiro kan slapen zolang hij wil! Té veel feesten en het té laat maken op de Camino is niet goed voor een pelgrim! Dat breekt op, beste Mee-loper.

Hekken

Beste Mee/loper,


9/6: Naar Embalse de Alcantara

Toen deze pelgrim gister late namiddag van een dorpswandelingetje terug kwam bij zijn bunkerbed in de albergue van de gemeente, zat Hiro op het bunkerbed naast mij zijn oefeningen te doen. Een schriel mannetje van 71 (!) vanuit Japan gevlogen om de Camino te lopen! Hij heeft zich wat Engels geleerd dus een conversatie is mogelijk. Hij is ook 'n goed causeur en vertelt me over wat er in Japan gebeurde nog geen twee maanden geleden. Het duurde maar drie seconden die aardbeving, zei hij. Hij leeft 220 km pal West van Fukushima, je weet wel, beste Mee-loper, waar die gehavende reactors staan. Hij heeft ook een Japanse krant bij zich van 28 Mei waar de (toen) laatste cijfers van doden, vermisten en verplaatsten in staan... Ondanks zijn Aziatische manier van zich inhouden, kan ik de ontroering in zijn gezicht lezen. Wonderlijk dat wat er plaats vond weer in een ander licht komt te staan als je het hoort vertellen door een mede-pelgrim, begaan met zijn landgenoten.
We doen inkopen bij de kruidenier en maken ons eigen maal. Helaas moeten we de krop ijsbergsla terug brengen, zo rot als een mispel. De andere twee kroppen in het rek zijn hetzelfde, dus geen sla! Wel schaffen we ons een klein flesje bellota likeur aan, gemaakt van de eikeltjes van de steeneik, waar die zwarte varkentjes zo dik van worden en heerlijke Serena ham leveren... Heerlijk dat spul! Blij dat de varkentjes niet alle eikeltjes opeten....
Omdat de Duitse pelgrims me onderweg wel eens horen neuriën of zelfs zingen (als ik nog adem heb; vóór de middag dus!) willen ze wel eens Gregoriaans horen van me in stilstand. Zo, na het gesprek met Hiro staan we met een groepje buiten op de Plaza de Espagna: Engelsman, een vijftal Spanjaarden en een groepje Duitsers en de uitnodiging wordt herhaald. Ik zing Videns Dominus. “Laten we naar de kerk gaan daar klinkt het beter”, wordt er geopperd, en we gaan met z'n allen naar de kerk. Kerk dicht! Dan zit de groep op de stenen en deze pelgrim staat in het overhangend portaal. Hij vertaalt de tekst en spoort de “menigte” aan de dynamiek en dramatiek in de muziek te volgen. Als toetje zingt ie nog Vox in Rama, dat in deze weken al vaak geklonken zal hebben in het kerkje in Voorst..... Dit zijn de enigste stukjes die ik redelijk uit m'n hoofd ken en ik hoop dat ik de bekendheid van het Gregoriaans daarmee een dienst heb gedaan. Een 'overdonderend' applaus geeft aan dat men m'n poging waardeert.
Zingen of geen zingen, er moet ook weer gelopen worden deze morgen. Met een 20 km in het vooruitzicht is er geen haast. Prachtige zandweg de hoogvlakte op met een 360 graden uitkijk! Stenen muurtjes zo oud als ze zijn vormen de omheining voor de melkkoetjes die alle ruimte hebben. Hier en daar bromt de melkmachine in een finca. Met dat van de zingende leeuwerik, op de muur met zijn kuif in de wat koud aandoende bries, het enige geluid op deze vroege morgen. Daarom doet Helmut zijn fleece jasje weer aan en zo lopen we in stilte om de gewijde omgeving beter in ons op te nemen. De enorme stenen die achteloos neer gegooid lijken te zijn, vormen een voornaam deel van het decor want bomen ontbreken. Meer Romeinse mijlpalen. Brem met een roestgele onderstam. Als we even zitten te rusten (ook om wat druk van de zere voet van Helmut af te halen) komt Hiro aan huppelen. Hij loopt goed maar had zich wat beter kunnen laten voorlichten over zijn rugzak die twee maten te groot is voor zijn schriele lichaam.
Langzaam worden we gedwongen de N630 op te zoeken want we moeten een paar rivieren over per brug: de Almonte en de Taag. Ja, de Taag, geleerd op de lagere school maar nog nooit gezien. Deze twee rivieren stromen door de Embalse de Alcántara, een enorm stuwmeer van veel vierkante kms, aangelegd voor de opwekking van elektriciteit. Het is aan dit prachtige meer met z'n grillige vormen, beste Mee-loper, dat deze pelgrim neer strijkt in een modern door de Provincie opgezette Albergue voor z'n rust. Wat een plaats met een uitkijk over het hele meer en ver daarachter! Hoe modern deze refugio ook is, twee van de slaapzaaltjes zitten op slot; daar worden de wandluizen aangepakt! Pelgrims brengen van alles mee....
Dit op de dag dat Will Bos het tijdelijke voor het eeuwige verwisselt! R.I.P.

10/6: Naar Grimaldo

De cijfers die ik gisteravond hoorde geven aan dat de maanden April en Mei het drukst zijn op deze Camino: zo'n 50 per dag passeren dan deze Albergue. Dan zwakt het af en momenteel zijn er zo'n 5 – 10 die om onderdak vragen. Wij waren met z'n negenen: 2 Basken, 2 Catalanen, een andere Spanjaard van Sevilla, 2 Duitsers, 'n Japanees en deze pelgrim.
De laatste vier trekken samen weg en lopen voor de rest van de dag zo'n beetje bij elkaar...met een flinke afstand tussen ieder, ieder verzonken in z'n eigen gedachten, en ieder in zich bezig met wat ie ziet en hoort. Na een flink klimmetje in het begin van het meer weg, zitten we op de hoogvlakte waar geen boom te zien is. De hoge brem en de cistus zijn hier koning. Een enkele finca. De weg is stenig maar niet moeilijk, golvend met het landschap. Stralende lucht. We laten het dorp Cagnaveral letterlijk links liggen ondanks de aangeplakte aansporingen om vooral wat te komen drinken in de bar. Ons doel voor de dag ligt 7 km verder in Grimaldo. Enkele kms vóór dat plaatsje ligt een stijve klim te wachten, bovenop een bosje met dennenbomen met erg grote dennenappels. Dan gaat het langzaam omlaag over niet meer dan een zandpad, 'n paar riviertjes over via stenen en we staan in een woudje van kurk eik waarvan Helmut zegt “ein Märchenwald”. Pas daar laten we rugzak zakken voor een rust en om wat blommetjes te fotograferen.
Grimaldo is een dorp van 90 inwoners. Het heeft twee café's en in één daarvan heeft de Jacobs vereniging van Aken geïnvesteerd om er een refugio op te zetten.: drie kamertjes met ieder twee stapelbedden, 'n wasmachine, 'n douche en WC. Iets heel anders dan gister! Hopelijk zitten hier geen wandluizen. De Basken (twee oudere broers) zijn op zichzelf, de anderen schuiven aan één tafel aan voor een maaltje. De taal ligt hier en daar wat moeilijk, maar het is te doen en ieder krijgt de aandacht.

11/6: Naar Carcaboso

We lopen zo vroeg mogelijk weg vanwege de afstand die we vandaag willen overbruggen. Normaal gaan we in halflicht weg, vandaag is het halfduister; wat een groot verschil maakt..... Na een paar km over asfalt gaat het een mooi gebied binnen, zoiets als gister. Weinig verval in het wat stenige pad, stenen omheiningen rond finca's waarvan je de omtrek niet kunt inschatten: heel uitgebreid. Moet ook wel want de koetjes moeten veel eten van dit soort half droog en schraal gras om iets te produceren. We lopen weer zwijgend: de eerste doet het hekwerk open, de rest loopt door en de eerste wordt laatste als ie het hekwerk weer sluit... Er zijn veel hekken te openen en sluiten, beste Mee-loper! En ook zijn er van die roosters waar je bij moet opletten anders verdwijnt een gedeelte van je voet.... Zo lopen we een aantal uren met het ontbijt nog in de rugzak. De zon komt hoger en het wordt tijd om een plaatsje te vinden voor de boterham. We besluiten dat te doen in de schaduw van een loods en moeten daar voor een poortje door. Dat poortje wordt niet gesloten... Helemaal fout! Op de loods stond een gele pijl maar die is verwijderd door de eigenaar omdat die niet wil dat de pelgrims over zijn stuk grond gaan, juist omdat die vergeten poorten te sluiten.... Hij komt aanrijden met een tractor....en wij zijn de klos! Hij is terecht boos en wij moeten door het stof. Mogen dan toch onze boterham hebben in de schaduw van de loods en later doorlopen. Ook andere pijlen op zijn stuk grond zijn uitgewist...Ik denk dat menig pelgrim hier in de problemen komt..
Een kanaal over en we staan ineens in een compleet ander landschap. Groen, veel landbouw met hoofdzakelijk mais en tabak, groene weiden, veel sproei installaties. Water hoor je overal ruisen. Wat een verschil met 5 minuten geleden en...wat kan water doen! Populieren, palmen, vijgenbomen. Dit brengt ons naar Galisteo, een stadje met een muur, nog volledig intact, van de 9de eeuw, aangelegd door de Moren (een Berber stam). Het stadje zelf heeft verder weinig te bieden. Over de Romeinse brug en dan weten we het niet meer. Hiro en Helmut gaan een kant op, Ralph en deze pelgrim een andere... Wij zijn sneller in Caraboso, lang nadat de zon het Zuiden gepasseerd is.....


Dit was het voor deze keer. Tot over een paar dagen, Beste Mee/loper.
Blijf gezond....loop wat rond
zegt jan, de pelgrim.

maandag 6 juni 2011

Nog een pelgrim


Beste Mee-loper,

Ja, ja, het eerste van de drie delen zit er op. Merida, de oude Romeinse hoofdstad is bereikt. Dit betekent ook dat het achterdeel van de bus voor FSA (zie: www.fsaethiopia.org) in Ethiopia een feit is. Natuurlijk! Morgen gaat het gesponsord verder... op naar Zamora voor het tweede deel en voor het middenstuk van de bus. Je blijft toch mee-lopen? Dank voor je geweldige reactie in veel vormen. Dat doet goed en geeft moed!

Het volgende verslaat de laatste drie dagen:

2 juni: naar Don Benito
Toen deze pelgrim gisteravond terug kwam bij de sporthal en zijn matje om te slapen, wachtte hem 'n verrassing! Hij opent de deur tot het halletje waar z'n matje ligt....en trapt bijna op een hoofd dat overeind veert....... Een mede-pelgrim had ook een plaatsje gekregen in het halletje en lag te slapen. In het bijna donker maken we kennis. Ik heet Heidi, zei zij, waarop ik me voorstelde. Heidi komt (hoe kan het anders) van Oostenrijk en had in Villaharta gehoord dat er 'n Nederlander vóór haar liep en ze dacht wel dat het andere matje van die Nederlander was..... Heidi loopt op een strak schema want ze moet op 1 Juli weer met werk beginnen. Dus lange dagen maakt ze.

De volgende morgen staan we tegelijk op, maar deze pelgrim is eerder klaar met inpakken. Ik geef haar de sleutels van de hal en de instrukties wat er mee te doen....We nemen afscheid en ik vertrek. Zo gaat dat in een pelgrimsleven. De ontmoetingen zijn vaak kort, de herkenning direct en degenen die alleen lopen willen vaak liever alleen door. Wel zei ze dat ze na 10 km in Magacela zou ontbijten. Nou, misschien zien we elkaar daar dan nog..... Het heeft de hele nacht flink gewaaid en ook nu nog staat er een Westen wind die (schrik niet!) behoorlijk koud is; mouwen omlaag, kraag op. De Camino loopt niet door Magacela, dat op een scherpe heuvel licht, maar loopt er omheen. Daar aangekomen loop ik dóór (hetzelfde prachtige landschap als gister) en hoop dat er 6km verderop in La Haba iets te eten valt. Zie een ezel voor een ploeg! Gevariëerde landbouw met veel tarwe. Een veld met vleestomaten, pompoen in de groei. Veel zwevende ooievaars op zoek naar hun ontbijt. Daar hebben zij minder problemen mee dan een pelgrim, want het is een waterrijk gebied met veel moerasjes. Kom ook een enorme kudde schapen tegen met twee mannen en twee honden. Prachtig te zien hoe die honden de kudde bij elkaar houden en vooruit drijven In La Haba zoekt de pelgrim naar een cafe en laat zijn rugzak buiten staan. Verd.... na twintig minuten komt Heidi binnen gestapt! We praten 'n half uurtje, wisselen wat dingetjes uit en ik vertel haar over mijn gesponsorde Camino-loop voor FSA in Ethiopië. Geef haar het www.fsaethiopia.org adres en weer nemen we afscheid.... Zij wil 8 km verder lopen dan ik. Zij loopt voorop met haar Nordic sticks en deze pelgrim volgt op gepaste afstand met zijn stok in zijn nek. Dit tot Don Benito waar zij door loopt en ik in het stadje op zoek ga naar een slaapplaats en voor een bezoek aan de kerk van Santiago, want die hebben ze daar.

3 juni: naar San Pedro
Had het eigenlijk kunnen weten: die kerk is dicht! Vanavond gaat ie weer open, zegt de man op het VVV kantoor.... Zou het? Omdat hij ook een stempel heeft voor m'n pelgrim paspoort, mag hij die er in zetten. Zo, die hebben we dan weer. Niet dat ik zo'n verwoede verzamelaar van stempels ben, beste Mee-loper, maar straks aan de bovenkant van Merida wordt er vaak naar gevraagd, want in sommige refugio's kom je alleen maar binnen met een pelgrimpaspoort. En zodoende.

Zoals ik gisteren de stad binnen kwam, zo loopt deze pelgrim nu weg. Het blijft altijd even zoeken naar de juiste uitvalsweg, en vaak moet ik de hulp van voorbijgangers inroepen. Iedereen is geduldig en iedereen helpt. Op naar Medellin en naar de eerste koffie. Vóór die stad merk ik al dat er velden blank staan. Er wordt hier toch geen rijst geteeld? Verder prachtige mais en tomaten, velden vol en in bloei. Ik loop dan ook niet meer in de Serena, die half-steppe waar deze pelgrim een dag of vier in mocht lopen tot zijn groot genoegen. Hier geen stenen, geen steeneiken, zelfs geen olijfgaarden; alles landbouw en tuinderij.
Na de koffie moet ik een moeilijk besluit nemen, dat ik in feite al dagen geleden nam(!): ik zou de lange route lopen om 'n moeilijke oversteek van de Rio Bordalo te vermijden, het water zou wel eens te hoog kunnen staan. Dan maar 7 km om. Toen deze pelgrim bij het punt kwam waar de splitsing van wegen kwam, zie ik me toch de kortere versie nemen....want daar wijzen de pijlen naar. Gaan dus. Prachtige vlakte met vruchtbare grond. Een uitgebreid bevloeiingssysteem van vroeger uit (en nu vernieuwd en uitgebreid met financiële hulp van de EU) zorgt voor water in elke uithoek. Inderdaad daar staat rijst. Echte wadi's en sommige hebben al 20cm hoge rijstplanten staan! Andere velden worden nog onder water gezet. En tomaten...... velden vol. Waar dat allemaal naar toe moet straks! Naar Duitsland mag niet vanwege de ”E.Colli”, hoor ik.......Ooievaars met nesten op elektriciteitspalen. Volop. Ook verrassend veel zwaluwen, de hele tijd eigenlijk al. Bij de brug over de rivier ontdek ik dat ik helemaal niet de kortere route gelopen heb, en ook niet de lange! Welke wel? Heb in elk geval wel de gele pijlen netjes proberen te volgen. Dan de rest van de tijd over de harde schouder van de weg of over een steenweggetje dat er vlak langs loopt. Niet zo stil! Veel fruit nu, met drup-irrigatie. Ook olijfgaarden, aangelijnd en aan de drup....... Pruimen. De rode zijn bijna rijp, nog een weekje. In Torrefresnade 'n cola en dan verder de laatste 9 km in een brandende zon en zonder wind. Beste Mee-loper, je snapt dat ik het niet meer had toen ik eindelijk San Pedro bereikte.....Zou Heidi vandaag Merida gehaald hebben?

4 juni: naar Merida
San Pedro is maar een dorpje. Het hostal (het enige) waar de pelgrim introk mocht er zijn en zou goed staan in welke stad ter wereld dan ook. Had vanmorgen een koffie met melk en een banaan en toen de lanen in. Wat later weg omdat de camino vandaag niet verder loopt dan Merida, en dat is maar 14 km. Hinkend zou ik het gehaald hebben.....bij wijze van spreken. Niet op mijn rechterbeen trouwens want na duizenden kilometers zonder blaren gelopen te hebben, heeft er zich nu iets ontwikkeld op mijn rechter hiel; vanavond naar kijken. Toch loopt het gemakkelijk, tot Trujillanos op een verharde weg die langs de snelweg loopt en dan de laatste 8 km over een zandweg die uitkomt aan de rand van de stad. Eerst naar het centrum voor het toeristen kantoor dat dicht is. Had intussen besloten om morgen verder te trekken, dus ging de pelgrim op zoek naar een onderkomen aan de noord kant van de stad. Het hostal waar ik het op gemunt had zou een pelgrimkamer hebben (!) maar het hostal was opgeheven. Crisis? Terug richting stad en de pelgrim vond een prachtig ouderwets hostal. Na de douche op zoek naar een naald om die blaar te prikken. Had er geen bij me! M'n hospita kon me ook niet helpen. Een knipje met de nagelknipper....pleister er op en klaar, hopelijk.
Na wat rust de stad in om toerist te zijn. Merida was de hoofdstad van dit deel van het Romeinse rijk en gesticht voor de veteranen van het leger. Merida=Emeritus. De pelgrim/toerist zag zo'n beetje alles wat er te zien is, o.a. het prachtige amfitheater en een theater dat het best bewaarde is van het hele Romeinse rijk. Ook was hij zeer onder de indruk van het museum als gebouw en van de opzet. Liep onder de boog van Trajanus door en waande me keizer!

donderdag 19 mei 2011

Zon in Spanje?

Een vervolgverslag van Jan Ermers. Sponsort u ook zijn tocht naar Santioago de Compostela? Hij loopt voor een busje voor FSA Ethiopie. Kijk voor meer informatie verder op deze website.


Beste Mee-loper,
hier komt dan het eerste bericht van deze pelgrim op weg van Granada naar Santiago de Compostela. 3 Dagen die bewolkt en regenachtig waren, twee dagen die moeilijkheden wat de weg betreft opleverden. Maar het gaat verder goed en ik vermoedt dat het achterste deel van het busje voor FSA in Ethiopie (zie “gesponsorde route”) bij mekaar gesponsord zal zijn voordat deze pelgrim in Merida is..... Laten we hopen. Hoort, zegt het voort!
Dank ook voor jullie reaktie voor mijn verhaaltje vanuit Granada: hartversterkend!

17.5 naar PINOS DE FUENTE

Leg ze maar op mijn tafel, zei m'n hospita gisteravond. Ze bedoelde de sleutels want ik zou vanmorgen op pad zijn voordat zij naar haar werk kwam. En zo ging het deze Dinsdag, de eerste dag van mijn pelgrimstocht naar Santiago de Compostela vanaf Granada.
Het is nog maar net licht rond zevenen, een stukje later dan in Nederland, maar ik zie genoeg om niet te struikelen... Had ook niet verwacht dat er een cafe open zou zijn voor koffie op dit uur, maar dat is er wel. En om dat zomaar voorbij te lopen! Dus af met die rugzak en ik bombardeer mijn maag met een straf bakje koffie, ook de eerste van een hele reeks... Weer buiten zoekt deze pelgrim voor het eerst naar de weg. Een kwestie van vragen. Eduardo moest ook toevallig richting dat park, dus liepen we samen op. Ja, hij kende wel wat Engels..... en zo liepen we zwijgend want zijn Engels en mijn Spaans zijn van hetzelfde kaliber: allebei willen we wel maar het gaat ziet.
Onder de snelweg door en we zijn uit de stad. Een beetje slordig allemaal. Veel plannetjes van bouwwerken zijn de ijskast ingeschoven en veel ligt er ten halve bij. Crisis dus. De richting is Noord-Oost, de lucht is bewolkt, en ik ben blij als landbouw de overhand neemt. Hetzelfde als bij ons, alleen die mais staat er erg verdroogd bij ondanks het mooie systeem van bevloeiing. Even later merk ik dat het uien zijn die wachten om geoogst te worden. Dat oogsten zie ik even verder, machinaal, flinke wit-rode uien die wat weeig ruiken. Zomaar vijgebomen langs het pad, en cactussen ook al lekker in de vrucht. Sta verbaasd over het bevloeiingssysteem. Al eeuwen zo, natuurlijk, dus ook al eeuwen lang een haard voor onenigheid en op de tenen lopen. Want wie krijgt hoeveel, wanneer...?
In Atarfe legt deze pelgrim aan voor een rust, een broodje en wat te drinken. Ondanks de bewolking is ie behoorlijk nat. Na nog eens 'n dik uur ben ik in Pinos Puente mijn eindpunt voor deze eerste dag. Vanuit de kerk klinkt muziek, daarop af. Bomvol zit die kerk met prachtig uitgedoste mensen...Het koor zingt 'n Maria madrigaal dat m'n oren streelt. Prachtige stemmen zeg! Het blijkt hun jaarlijkse Mariadag te zijn. Na de dienst krijg ik van de pastoor 'n stempel in m'n credential, maar overnachten kan niet want de parochiezaal is in gebruik vanwege het feest. Twee km terug richting Granada, via de autoweg is er wel slaaplaats, zegt hij. En zo belandt deze pelgrim voor zijn eerste nacht bij een nieuwachtig tehuis voor geestelijk gehandicapten. Het hoort bij de parochie van Pinos Puente. Met zijn 16en zijn deze “clows of God” met allerlei zware syndromen, laat verpleger Fabian weten en hij stelt hen allemaal bij naam aan mij voor. Erg ontroerend en deze pelgrim heeft moeite zich aan dit gezelschap aan te passen. Het verplegend personeel vangt me op, krijg te eten, krijg 'n kamer met douche en WC. Doe m'n wasje, heb m'n rust. De eerste wat kortere dag goed doorstaan.


18.5 naar MOCLIN

Als ik de poort uit wil sluipen gaat er boven een raam open en een verpleegster wil weten of ik goed geslapen heb. Ik steek mijn duim op en zeg mui bien. Zij wenst me 'n buen camino. Ik loop terug naar de kerk waar gister gefeest werd, neem een broodje met ham dat recht van de bil van het varken gesneden wordt (nou ja, je weet wat ik bedoel!) in 'n cafe waar de dame al klaar heeft staan voor de binnen komende klant wat hij wil, voordat die zit. Vaste klanten. Ik stap het dorp uit. Blijkt al snel dat het routeboekje vandaag minder waard is,want er wordt een nieuwe weg aangelegd en alles wat naast de oude stond is weg.... Iemand verzekert me gewoon door het stof van de vrachtwagens heen te lopen dan kom ik wel in Les Olivieres... Net nadat ik weer 'n gele pijl ergens zie staan, komen een paar pelgrims van links waar ik misschien ook vandaan had moeten komen. Ook zij lopen en staan en lopen terug..... Het zijn Vlamingen en het is precies 09.34 uur. Ik schrijf dit, beste Mee-loper, omdat ik intussen naar Rome gelopen ben zonder een echte pelgrim onderweg tegen te komen, naar Jerusalem gelopen ben zonder ook maar iemand met een rugzak op, te zien! Het is daarom bizonder. We praten wat, we lopen wat samen. Maar zij hebben duidelijk meer haast en moeten nog naar de plaats waar ik morgenavond slaap...... Ik loop rustig door. Bewonder een schildpadje, maak foto's van mooie bloemen langs het smalle pad dat soms niet te zien is vanwege het gras. Het dondert in de verte en, zoals gister,. is het ook vandaag bewolkt. Een spetter regen. Dan verlies ik mijn pad helemaal, gok, gok verkeerd. Volg 'n traktorspoor en kom bij 'n rivier. Geen brug te zien, ook niet een eind links of rechts. Schoenen uit, sandalen aan, broek omhoog, en met de stok (ook daarvoor is hij ingehuurd!) al tastend vooruit, schuif ik door de vrij sterke stroom behouden naar de overkant.... Avontuurtje! En nu waarheen? Ik volg het traktorspoor dat naar een grote boerderij loopt... Honden dus. Stok (weer 'n funktie) klaar in de aanslag. Zie twee honden die nog niet eens blaffen. Mannen zitten tegen een muur en vertellen me waar ik heen moet, nodigen me ook uit van de moerbei te eten, er is een keuze tussen een witte en een zwarte, wat ik nog niet wist.... Zit na een tijd weer op het goede spoor, als ik de fout maak waarvan in het boekje staat die vooral niet te maken.... Ik ga de verkeeerde kant op en kom daar veel te laat achter. Moet nu 6 km verder (maar gelukkig niet zo stijl!) om in Muclin te komen. Als tegenprestatie zie ik in de verte de koude sneeuw liggen op de Sierra Nevada....en zie dat de hele vlakte onder me vol staat met alleen maar olijfbomen. Alles in bloei. Mooi meegenomen! Prachtig zoals dit witte dorp daar ligt tegen die rots. Het blijkt een belangrijke rol gespeeld te hebben op het eind van 15de eeuw bij de herovering van het land door de reyos catolicos. Boven op de top ligt nog een ruine waar Filip II logeerde als ie toevallig langs kwam...., ommuurd zoals ook de grote kerk die daar vlak onder ligt zijn eigen dikke muren heeft. Al die dikke vervallen muren worden nu stevig aangepakt en hersteld in de oude glorie. Een klus die jaren gaat duren.... En dat in deze schrale tijd....!
Om een plaats te krijgen voor de nacht, verwijst de sekretaresse van de burgemeester me naar de groenteman, die me naar de cafehouder brengt. Deze heeft de sleutel voor het pelgrimshuis, dat niet helemaal voor niets is. Het is dan ook goed en heb m'n rust.

19.5 naar ALCALA LA REAL

Het cafe waar ik gister Real Madrid zag spelen op TV is open om 07.15u voor een kopje koffie. Een banaan heb ik al op en dat is voorlopig genoeg. Het is weer bewolkt en iets meer dan dat.... Toch hoeft deze pelgrim zijn regenjas niet aan. Omdat Muclin hoog ligt (1300+) gaat het een hele tijd omlaag via een slipperig weggetje dat al veel door de regen te verduren gehad heeft. Een eindje weg, links en rechts, Arabische uitkijkposten hoog op rotsen. Het is moeilijk om je die tijd in de 15de eeuw voor te stellen, maar het moet er af en toe heftig aan toe gegaan zijn voordat de katholieke koningen de Moren onder hun duim hadden. Ik probeer me die geschiedenis voor ogen te stellen, steek de N324 over, en buig dan weer naar links een zandweg in. Een leemweg, want mijn schoenen wegen loodzwaar door het aanhangsel... Doorploeteren maar. Dan een moeilijk punt met tegenstrijdige aanwijzigingen. Dacht dat ik goed zat maar kom er na een tijd struinen in de olijfgaarden achter dat de weg helemaal ophoudt..... Deze pelgrim besluit om een riviertje over te springen en de volgende heuvel met olijfbomen op te gaan. Stijl maar de stok helpt. Glijden. Op het hoogste punt moet ik wel wat zien, dacht ik, en dat klopte. Ik zie links op een andere heuvel een dorp en besluit dat dit Ermita Nueva is waar ik naar op weg ben. Loop naar dat dorp en zoek iemand die kan bevestigen dat ik goed zit. Niemand te zien, veel honden te horen.... Bel dan aan en een allerliefst hondje komt te voorschijn gevolgd door een jongere dame die me na 5 seconden uitnodigt voor een kop thee, terwijl het begint te regenen! Ik wist dat er een reden voor mijn verkeerd lopen moest zijn..... Ze heet Caroline, is Engelse, zoals 80% van de mensen die in die nederzetting wonen Engels is. Het verhaal van een Duitse makelaar volgt dat ik je verder onthou, beste Mee-loper. Caroline geeft Engels op de universiteit in Granada, maar zou liever een spiritueel centrum beginnen in de Sierra Nevada. Ze was er al mee bezig geweest, maar kon daar haar brood niet mee verdienen, ze hoopt dat straks nog eens te proberen.... Ook had ze een stuk van de weg naar Santiago gelopen vanaf de Franse grens. Pelgrim ontmoet pelgrim dus, en ik heb een leuk gesprek met een aardige vrouw...We zoeken op een gedetailleerde kaart uit waar ik eigenlijk had moeten zijn...en dat is nogal uit de richting. Na de thee en een paar sneetjes geroosterd brood met honing uit Galicie besluit ze om me met de auto naar Ermita Nuevo toe te brengen...wat deze pelgrim moeilijk kan afslaan. Zeg zelf! Lief hondje mag ook mee. Tot bij 'n benzinestation waar we hartelijk afscheid nemen en vanwaar ik te voet verder ga...langs de grote weg want van modder heeft deze pelgrim genoeg gehad vandaag. En zo kom ik in Alcala la Real, weer zo'n stadje met een kasteel hoog op een berg. Ben te vuil en nat, en besluit om 'n hostel te nemen voor de nacht, voor een goed wasje (zal het drogen?) en een goede rust. Het begint weer te regenen...net op tijd binnen bij een verkoopster van mobiele telefoontjes, die haar uiterste best doet om mij een geschikte plaats te vinden. En daarin slaagt ze! Pelgrim Jan is weer onder dak!

Ik hoop weer in kontakt te zijn met je in Cordoba, beste Mee-loper.
Het ga je goed,
zegt Jan, de pelgrim.

woensdag 18 mei 2011

De Rivier

Het eerste verslag van Jan Ermers. Hij loopt momenteel de pelgrimsroute Via de la Plata naar Santiago de Compostella. Afgelopen dinsdag is hij vertrokken vanuit Granada voor zijn eerste kilometers:


Beste Mee-loper,
ik zou je weer schrijven als ik met lopen begonnen zou zijn.... Dit is nog niet het geval want deze pelgrim hangt nog de toerist uit in Granada op deze Maandag. Vanmorgen vroeg kon ik een kaartje bemachtigen voor de Alambra en zag het. Morgen gaat dan eindelijk de tocht beginnen...ik heb de route de stad uit al verkend! Nog een nachtje slapen....
Toch wilde ik je het volgende niet ontzeggen:
13.5.11

Vandaag loop ik in Sevilla de rivier over, bezoek la Buhaira, 'n armoedig paleisje van een Moor die van baden hield, bezoek het glorieuze Plaza de Espana met zijn ruimte, Moorse motieven gemaakt met riviersteentjes, en de tuinen die liggen tussen het plein en de rivier. Die overdaad aan bomen, planten en bloemen wordt goed onderhouden...... Daar staan ook een paar lianenbomen met hun sterk geprofileerde stammen. Daar staat ook een oud Joods gebedshuisje. Het is op slot en staat daar met een ingegooid raam. Loop terug over de Isabel II brug. Wat mooi toch.
Die rivier is de Guadalquivir, een pracht van een stroom die zo'n beetje van het pal Oosten komt. Ik zal ze later nog een keer over moeten (mogen) als ik echt aan het pelgrimeren ben, in Cordaba. Vandaag was het alleen maar als toerist... Die rivier speelt 'n belangrijke rol in het ontstaan en bloeien van Sevilla. Zonder was de stad niks, zoals Deventer of elke van de andere Hanzestad niks geworden zou zijn zonder IJssel. Hier kwamen de zeilboten aan uit Zuid America en Cuba want Sevilla had voor een lange tijd de rechten van handel en doorvoer..... Je kunt het nog zien.....: de kathedraal, het arsenaal, reales arcazares, de parken... veel pracht en praal, toen zonder enige toerist. Dat waren nu 'ns tijden, jammer dat die Hollanders het de Spanjaarden zo moeilijk maakten, en omgekeerd!

Nu beleeft de Guadalquivir heel andere tijden. Land is aangeslibd, de rivier heeft minder water te vervoeren, en Sevilla ligt niet meer aan zee. De zeilschepen van vroeger bestaan niet meer en de kanjers van tegenwoordig kunnen de stad niet meer in... Op het water gebeuren nu heel andere dingen. Rondvaartboten kunnen de stroom toeristen nauwelijks aan. Je kunt een kano of een watertrapfiets huren om de koelte van het water te ervaren. Ook heb ik met verbazing staan kijken naar een onvermoede sport: kanobal! Wat die jongens met die peddels en een bal kunnen zonder met hun kano om te slaan, is verbluffend... Langs de oevers van de rivier liggen nu fietspaden en er is volop ruimte om te flaneren. Stukken gras geven plaats om te gaan liggen in of uit de zon. Groepjes jongeren profiteren daarvan, vormen 'n circeltje zodat de waterpijp makkelijk rond kan. De stenen onderkant van een van de brugbogen van de Isabel II brug wordt handig gebruikt door aankomende bergbeklimmers om hun handgrepen te oefenen om zo meer lak te krijgen aan de zwaartekracht. Deze toerist/pelgrim wordt uitgenodigd om ook zijn kunsten te laten zien.... Helaas moet hij afslaan en als excuus laat hij aan een van de klimmers zijn spierballen zien.....Nada, zei die, je hebt niks! Dat is waar.... Alles heeft zijn tijd.
Rivieren veranderen, mensen ook. De mimosa is al uitgebloeid, de oleander in alle mogelijke kleuren en de jacaranda bloeien nog wel, waarschijnlijk op dezelfde manier als toen de zeilschepen binnen voeren vol met goederen uit vreemde werelddelen... Het water stroomt ook nog in dezelfde richting als toen. Dat is goed, heel goed, want een mens leeft graag met geruststellende feiten!

Met deze geruststellende woorden neem ik afscheid.
Het ga je goed,
zegt Jan, de pelgrim.

N.B. Beste Mee-loper, de Penningmeester van FSA heeft me laten weten, dat als je een ontvangstbewijs van je storting op REKENING NR. 6035597 t.n.v. Stichting Familie Service Associatie Nederland toegestuurd wilt hebben, dan moet je wel even je adres opgeven bij het storten, OK?

zondag 8 mei 2011

Atsede in haar winkeltje




Ik ben Atsede Biza. Ik ben een weduwe en woon samen met 8 familieleden. Voordat ik deze kans kreeg van FSA, zat ik moeilijk en kon ik nauwelijks rond komen van wat werk hier en daar. Ik kon mijn familie nauwelijks van eten voorzien en het leven leek hopeloos.

Gelukkig kreeg ik de kans om FSA te leren kennen die me de gelegenheid gaven via hun  “Inkomens Ontwikkeling Project”. Met vijf van mijn collega’s volgde ik een 5 dagen durende cursus over simpele bedrijfsvoering en over hoe met geld om te gaan. Ook kreeg ik Birr 550 (25 Euro).

Met dit geld begon ik mijn eigen bedrijfje met de verkoop van verse groenten, huishoudelijke artikelen gemaakt uit klei, en voedselwaar in mijn eigen buurt.
Met het inkomen wat ik nu genereer kan ik:
  • de grote familie die ik heb onderhouden, en kunnen we meerdere keren per dag eten.
  • het geld betalen voor de huishuur
  • spulletjes voor mijn huis kopen, zelfs een kast, een TV en een DVD speler
  • mijn kinderen regelmatig naar school sturen en hun voorzien van ’n school uniform, boeken, schriften, pennen etc.

Kortom: ik ben goed af en hoef mijn familie nu niet meer de straat op te sturen.