dinsdag 14 juni 2011

Hekken

Beste Mee/loper,


9/6: Naar Embalse de Alcantara

Toen deze pelgrim gister late namiddag van een dorpswandelingetje terug kwam bij zijn bunkerbed in de albergue van de gemeente, zat Hiro op het bunkerbed naast mij zijn oefeningen te doen. Een schriel mannetje van 71 (!) vanuit Japan gevlogen om de Camino te lopen! Hij heeft zich wat Engels geleerd dus een conversatie is mogelijk. Hij is ook 'n goed causeur en vertelt me over wat er in Japan gebeurde nog geen twee maanden geleden. Het duurde maar drie seconden die aardbeving, zei hij. Hij leeft 220 km pal West van Fukushima, je weet wel, beste Mee-loper, waar die gehavende reactors staan. Hij heeft ook een Japanse krant bij zich van 28 Mei waar de (toen) laatste cijfers van doden, vermisten en verplaatsten in staan... Ondanks zijn Aziatische manier van zich inhouden, kan ik de ontroering in zijn gezicht lezen. Wonderlijk dat wat er plaats vond weer in een ander licht komt te staan als je het hoort vertellen door een mede-pelgrim, begaan met zijn landgenoten.
We doen inkopen bij de kruidenier en maken ons eigen maal. Helaas moeten we de krop ijsbergsla terug brengen, zo rot als een mispel. De andere twee kroppen in het rek zijn hetzelfde, dus geen sla! Wel schaffen we ons een klein flesje bellota likeur aan, gemaakt van de eikeltjes van de steeneik, waar die zwarte varkentjes zo dik van worden en heerlijke Serena ham leveren... Heerlijk dat spul! Blij dat de varkentjes niet alle eikeltjes opeten....
Omdat de Duitse pelgrims me onderweg wel eens horen neuriën of zelfs zingen (als ik nog adem heb; vóór de middag dus!) willen ze wel eens Gregoriaans horen van me in stilstand. Zo, na het gesprek met Hiro staan we met een groepje buiten op de Plaza de Espagna: Engelsman, een vijftal Spanjaarden en een groepje Duitsers en de uitnodiging wordt herhaald. Ik zing Videns Dominus. “Laten we naar de kerk gaan daar klinkt het beter”, wordt er geopperd, en we gaan met z'n allen naar de kerk. Kerk dicht! Dan zit de groep op de stenen en deze pelgrim staat in het overhangend portaal. Hij vertaalt de tekst en spoort de “menigte” aan de dynamiek en dramatiek in de muziek te volgen. Als toetje zingt ie nog Vox in Rama, dat in deze weken al vaak geklonken zal hebben in het kerkje in Voorst..... Dit zijn de enigste stukjes die ik redelijk uit m'n hoofd ken en ik hoop dat ik de bekendheid van het Gregoriaans daarmee een dienst heb gedaan. Een 'overdonderend' applaus geeft aan dat men m'n poging waardeert.
Zingen of geen zingen, er moet ook weer gelopen worden deze morgen. Met een 20 km in het vooruitzicht is er geen haast. Prachtige zandweg de hoogvlakte op met een 360 graden uitkijk! Stenen muurtjes zo oud als ze zijn vormen de omheining voor de melkkoetjes die alle ruimte hebben. Hier en daar bromt de melkmachine in een finca. Met dat van de zingende leeuwerik, op de muur met zijn kuif in de wat koud aandoende bries, het enige geluid op deze vroege morgen. Daarom doet Helmut zijn fleece jasje weer aan en zo lopen we in stilte om de gewijde omgeving beter in ons op te nemen. De enorme stenen die achteloos neer gegooid lijken te zijn, vormen een voornaam deel van het decor want bomen ontbreken. Meer Romeinse mijlpalen. Brem met een roestgele onderstam. Als we even zitten te rusten (ook om wat druk van de zere voet van Helmut af te halen) komt Hiro aan huppelen. Hij loopt goed maar had zich wat beter kunnen laten voorlichten over zijn rugzak die twee maten te groot is voor zijn schriele lichaam.
Langzaam worden we gedwongen de N630 op te zoeken want we moeten een paar rivieren over per brug: de Almonte en de Taag. Ja, de Taag, geleerd op de lagere school maar nog nooit gezien. Deze twee rivieren stromen door de Embalse de Alcántara, een enorm stuwmeer van veel vierkante kms, aangelegd voor de opwekking van elektriciteit. Het is aan dit prachtige meer met z'n grillige vormen, beste Mee-loper, dat deze pelgrim neer strijkt in een modern door de Provincie opgezette Albergue voor z'n rust. Wat een plaats met een uitkijk over het hele meer en ver daarachter! Hoe modern deze refugio ook is, twee van de slaapzaaltjes zitten op slot; daar worden de wandluizen aangepakt! Pelgrims brengen van alles mee....
Dit op de dag dat Will Bos het tijdelijke voor het eeuwige verwisselt! R.I.P.

10/6: Naar Grimaldo

De cijfers die ik gisteravond hoorde geven aan dat de maanden April en Mei het drukst zijn op deze Camino: zo'n 50 per dag passeren dan deze Albergue. Dan zwakt het af en momenteel zijn er zo'n 5 – 10 die om onderdak vragen. Wij waren met z'n negenen: 2 Basken, 2 Catalanen, een andere Spanjaard van Sevilla, 2 Duitsers, 'n Japanees en deze pelgrim.
De laatste vier trekken samen weg en lopen voor de rest van de dag zo'n beetje bij elkaar...met een flinke afstand tussen ieder, ieder verzonken in z'n eigen gedachten, en ieder in zich bezig met wat ie ziet en hoort. Na een flink klimmetje in het begin van het meer weg, zitten we op de hoogvlakte waar geen boom te zien is. De hoge brem en de cistus zijn hier koning. Een enkele finca. De weg is stenig maar niet moeilijk, golvend met het landschap. Stralende lucht. We laten het dorp Cagnaveral letterlijk links liggen ondanks de aangeplakte aansporingen om vooral wat te komen drinken in de bar. Ons doel voor de dag ligt 7 km verder in Grimaldo. Enkele kms vóór dat plaatsje ligt een stijve klim te wachten, bovenop een bosje met dennenbomen met erg grote dennenappels. Dan gaat het langzaam omlaag over niet meer dan een zandpad, 'n paar riviertjes over via stenen en we staan in een woudje van kurk eik waarvan Helmut zegt “ein Märchenwald”. Pas daar laten we rugzak zakken voor een rust en om wat blommetjes te fotograferen.
Grimaldo is een dorp van 90 inwoners. Het heeft twee café's en in één daarvan heeft de Jacobs vereniging van Aken geïnvesteerd om er een refugio op te zetten.: drie kamertjes met ieder twee stapelbedden, 'n wasmachine, 'n douche en WC. Iets heel anders dan gister! Hopelijk zitten hier geen wandluizen. De Basken (twee oudere broers) zijn op zichzelf, de anderen schuiven aan één tafel aan voor een maaltje. De taal ligt hier en daar wat moeilijk, maar het is te doen en ieder krijgt de aandacht.

11/6: Naar Carcaboso

We lopen zo vroeg mogelijk weg vanwege de afstand die we vandaag willen overbruggen. Normaal gaan we in halflicht weg, vandaag is het halfduister; wat een groot verschil maakt..... Na een paar km over asfalt gaat het een mooi gebied binnen, zoiets als gister. Weinig verval in het wat stenige pad, stenen omheiningen rond finca's waarvan je de omtrek niet kunt inschatten: heel uitgebreid. Moet ook wel want de koetjes moeten veel eten van dit soort half droog en schraal gras om iets te produceren. We lopen weer zwijgend: de eerste doet het hekwerk open, de rest loopt door en de eerste wordt laatste als ie het hekwerk weer sluit... Er zijn veel hekken te openen en sluiten, beste Mee-loper! En ook zijn er van die roosters waar je bij moet opletten anders verdwijnt een gedeelte van je voet.... Zo lopen we een aantal uren met het ontbijt nog in de rugzak. De zon komt hoger en het wordt tijd om een plaatsje te vinden voor de boterham. We besluiten dat te doen in de schaduw van een loods en moeten daar voor een poortje door. Dat poortje wordt niet gesloten... Helemaal fout! Op de loods stond een gele pijl maar die is verwijderd door de eigenaar omdat die niet wil dat de pelgrims over zijn stuk grond gaan, juist omdat die vergeten poorten te sluiten.... Hij komt aanrijden met een tractor....en wij zijn de klos! Hij is terecht boos en wij moeten door het stof. Mogen dan toch onze boterham hebben in de schaduw van de loods en later doorlopen. Ook andere pijlen op zijn stuk grond zijn uitgewist...Ik denk dat menig pelgrim hier in de problemen komt..
Een kanaal over en we staan ineens in een compleet ander landschap. Groen, veel landbouw met hoofdzakelijk mais en tabak, groene weiden, veel sproei installaties. Water hoor je overal ruisen. Wat een verschil met 5 minuten geleden en...wat kan water doen! Populieren, palmen, vijgenbomen. Dit brengt ons naar Galisteo, een stadje met een muur, nog volledig intact, van de 9de eeuw, aangelegd door de Moren (een Berber stam). Het stadje zelf heeft verder weinig te bieden. Over de Romeinse brug en dan weten we het niet meer. Hiro en Helmut gaan een kant op, Ralph en deze pelgrim een andere... Wij zijn sneller in Caraboso, lang nadat de zon het Zuiden gepasseerd is.....


Dit was het voor deze keer. Tot over een paar dagen, Beste Mee/loper.
Blijf gezond....loop wat rond
zegt jan, de pelgrim.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten